Emile van Aelst

Door: Manon Louwers - 11 augustus 2016

Emile van Aelst, alias de Leidse glibber, blogt over alle Leidse activiteiten en evenementen:

‘Aan de zeven singels van Leiden liggen prachtige plekken, maar al die plekken zijn losse eilanden. Ik vind het een mooi plan om die losse eilanden met elkaar te verbinden door het Singelpark. Elk deel langs de singels is mooi en uniek. Waar je ook bent, als je honderd meter verder loopt, zie je weer een heel ander stukje Leiden. Neem bijvoorbeeld De Meelfabriek. Het gebouw ziet er niet uit, maar de omgeving met alle boten is harstikke mooi. Als de fabriek straks is opgeknapt, dan is ook dit een prachtig gedeelte van de stad.

Het is zeker mogelijk om dit project waar te maken. Ik heb alle vertrouwen in de mensen die nu in het bestuur van het Singelpark zitten, maar dan moeten zij wel worden gesteund door de overheid. Nu is iedereen enthousiast, dus dan moet er ook nu wat gebeuren. Niet dat de volgende generatie het park moet verwezenlijken, want die hebben misschien heel andere ideeën.

Aan de ene kant denk ik dus dat het park kans van slagen heeft. Aan de andere kant ben ik bang dat het nog heel lang duurt voordat het Singelpark er ligt. In Leiden is aan een groot aantal projecten begonnen die nooit zijn afgemaakt. Ze worden nooit uitgewerkt en sneuvelen daardoor. De kans is daarom groot dat de werkelijke realisatie van het Singelpark nog twintig jaar op zich laat wachten. Toch hoop ik dat dit nu eens een project is dat wél doorgaat.

Het Singelpark leeft nu vooral bij de Vrienden van het Singelpark, in de politiek en bij politiek geïnteresseerden. Gewone inwoners van Leiden zijn er nog niet erg mee bezig. Dat komt denk ik pas als het park er eenmaal is. Leidenaren zijn van nature nogal terughoudend. Ze denken: ja, allemaal leuk en aardig, maar ik moet eerst zien of dat Singelpark er komt. Maar als het er eenmaal is, dan is het van de Leidenaren en dan mag niemand er meer aankomen. Als na vijf jaar de overheid bijvoorbeeld op het onderhoud van het park wil bezuinigen, dan staat heel Leiden voor het stadhuis te demonstreren.’