Singelparkcafé 8 mei 2022

Singelparkcafé 8 mei 2022


Nederland heeft nog 12% over van de oorspronkelijke biodiversiteit van zo’n 100 – 150 jaar geleden en verliest nog steeds. Maar wat is biodiversiteit? Wat is er belangrijk aan? En hoe kan je het behouden en bevorderen? Uit onderzoek blijkt dat slechts zo’n 15% van de bevolking een goed beeld heeft van wat biodiversiteit is. Ook bestuurders en ambtenaren blijken soms maar matig geïnformeerd. Dit maakt het voor mensen vaak moeilijk om te weten wat ze zouden kunnen doen om biodiversiteit te bevorderen. 

In 2009 was de ambitie van het Leidse stadsbestuur: Leiden moet de biodiversiteitshoofdstad van Europa worden. De stad is de laatste jaren flink vergroend. Ontwerp en aanleg van het zes en een halve kilometer lange Singelpark is hier een goed voorbeeld van. Toch betekent dit nog niet dat daarmee ook de biodiversiteit in de stad zoveel is toegenomen. Om dit te bereiken is er nog heel wat te doen. En dat doen we met jou!

8 mei 2022: Biodiversiteit in Leiden: parken, straten en singels/grachten

(Locatie: Cultuurzaal Sijthoff, Doezastraat 1 Leiden)

Zijn stadsparken en met name ook het Singelpark biodivers en wat is er van te zien? Hoe staat het met de waterkwaliteit van de Leidse singels en hun biodiversiteit? Wat is de rol van geveltuinen, verticale gevelbegroeiing en van stoepplantjes voor stadsbiodiversiteit en klimaatbestendigheid? Welke tips hebben sprekers voor het Singelpark?

Sprekers:

  • Helias Udo de Haes (em. Hoogleraar Milieukunde) – over o.a. oevers en vogels in het Singelpark
  • Nienke Beets (PhD onderzoeker stoepplantjes) – vegetaties en stoepplantjes
  • Aaf Verkade (Adviseur Stadsgrachten/projectleider vissenmonitoring) – onderwaterbiodiversiteit

Forum, o.a:

  • Eric Olijerhoek – Coördinator Singelpark in Bedrijf (SIB)
  • Ronald van der Steen – Stedelijk Beheer; projectleider Samen aan de Slag
  • Annemarie van Dam – kennis en educatie over bodemleven
  • Hannie Korthof – (Stichting Bijenlandschap) – insecten

Synopsis
Biodiversiteit in Leiden
Leiden heeft tal van kleine en grotere parken. Hiervan komen alleen delen van Park Cronesteyn het dichtst bij
nog overgebleven natuur, alle andere parken kenmerken zich grotendeels door gecultiveerde vegetatie met
intensief beheer. Hoe staat het dan met biodiversiteit in Leidse parken, straten en grachten?
Hoe staat het met het Singelpark?
Het Singelpark bestaat uit een aaneenschakeling van parkdelen met een eigen karakter. Bij elkaar genomen is er
een redelijk grote variatie aan beplanting, inclusief veel indrukwekkende bomen, en zijn er een aantal
diersoorten van verschillende groepen te vinden. Maar vanuit het perspectief van biodiversiteit scoort het
Singelpark toch slechts matig met uitzondering van de oude Begraafplaats Groenesteeg waar door extensief
beheer ruimte gelaten wordt voor spontane groei van wilde, inheemse vegetatie wat weer een paradijs is voor
insecten, spinnen, duizendpoten en ga zo maar door.

Biodiversiteit van oevers en water
Uitgezonderd het Lakenpark liggen de parkdelen aan de singels die de binnenstad omgeven. Deze singels maken
ook deel uit van het Singelpark, evenals de aangelegen oevers van de buitenring. Door het inzaaien van wilde
planten en extensief beheer is de biodiversiteit van de oever langs de Maresingel toegenomen. Verder worden
aan weerszijden van de singels op een aantal plaatsen langs het water smalle stroken spontane vegetatie met
rust gelaten wat biodiversiteit ook ten goede komt en meer nog als het ook om oeverplanten als bijvoorbeeld
riet en lisdodden gaat. De laatstgenoemde planten spelen ook een rol bij verbetering van waterkwaliteit in de
singels en daarmee ook van het andere waterleven. Deze onderwaterbiodiversiteit is voor velen onbekend maar
maakt een belangrijk onderdeel van het geheel uit. Er zijn een redelijk aantal vissoorten, er komen
waterschildpadden voor alsook krabben en kreeften. Van de laatste zijn er overigens exotische soorten die zo
dominant zijn dat zij een bedreiging kunnen vormen voor het functioneren van het ecosysteem onder water.

Geveltuinen, verticaal gevelgroen en stoepplantjes
Aan de stadszijde wordt het Singelpark begrensd door bebouwing, veelal woonhuizen maar ook
industriegebouwen en straten. Daaronder vallen ook de toeloopstraten naar het park en de zogenaamde
‘parkstraten’ die een alternatieve route bieden als een parkdeel bijvoorbeeld ‘s nachts op slot gaat zoals de tuim
van het Museum van Volkenkunde. Ook deze straten kunnen worden beschouwd als een integraal onderdeel
van het Singelpark. Door de aanleg van geveltuinen en verticale vergroening van gevels wordt getracht hier
vorm aan te geven.
In enkele uitzonderingsgevallen wordt oogluikend wat ruimte gelaten voor vestiging van spontane vegetatie op
straat – de ‘stoepplantjes’. Het is echter beleid van de gemeente om deze vegetatie regelmatig te verwijderen.
Dit niet alleen omdat het om ‘onkruid’ zou gaan wat de populaire interpretatie van beeldkwaliteit van de
straten zou verstoren, maar ook vanwege een misvatting dat stoepplantjes niets zouden bijdragen aan
stadsbiodiversiteit, laat staan aan klimaatbestendigheid van de stad. Recent onderzoek laat juist het tegendeel
zien. Daarnaast is beeldkwaliteit een subjectief begrip waarin de laatste jaren ook verschuivingen zijn waar te
nemen. Meer en meer mensen vinden planten die onkruid genoemd worden ook mooi. En er blijkt een
toenemende publieke belangstelling te zijn om deel te nemen aan excursies om stoepplantjes te identificeren,
ook door toeristen.