Singelpark
×

Singelpark Leiden. Een ring van groene wallen, erfgoed en musea


Auteur: Marcel Barnard

Leiden: Hollandse stad, oudste universiteitsstad van Nederland, industriestad in de zeventiende (laken) en negentiende (wol) eeuw; stad van bittere armoede onder fabrieksarbeiders, stad van vluchtelingen en kunstenaars (Rembrandt, Jan Steen). Nu een stad met dertien musea. Kortom, een plek van betekenis.Het Singelpark brengt die betekenis tot uitdrukking door groen, museaal, funerair, industrieel, wetenschappelijk en militair erfgoed te integreren. Museumpeil spreekt met initiatiefnemer Jeroen Maters en wandelt door een uniek park.

Niet wachten op de gemeente

Jeroen Maters: ‘Er waren in 1969, mijn geboortejaar, al initiatieven om iets met de Singels te doen. Maar dat het Singelpark één langgerekt park zou moeten worden op het hoogst mogelijke niveau, van en voor inwoners van de stad, met één naam en één uitstraling, met een coherente programmering en met een coherent verhaal, — ja, dat komt voor een deel bij mij vandaan. Vanaf 2009 bestond in Leiden Stadslab, een groep creatieve mensen die hun professionele kennis op vrijwillige basis wilden inzetten om de stad beter te maken. Wij wilden niet wachten totdat de gemeente met plannen kwam, maar zelf met plannen komen. Niet alleen als inwoners van de stad, maar ook als creatieve professionals.’

Creativiteit de vrije loop laten

Jeroen: ‘Aanvankelijk ging het vooral over de herontwikkeling van de noordoostkant van de stad, waar vroeger de industrie zat en toen veel leeg stond. In het plan zat toen al het idee om de stad van de monumenten en van de lommerrijke parken aan de zuidkant en een vernieuwde noordoostkant met innovatieve architectuur en bedrijvigheid te verbinden met één lange groene long langs de Singels. Het oude industriegebied was heel moeilijk toegankelijk. Het groen dat er was, was van slechte kwaliteit. Er ontbraken bruggen, overal stonden hekken. Het was er lelijk, er liepen pitbulls rond, het stonk en er lagen hondendrollen. We keken naar succesvolle steden als Maastricht en Barcelona. En je zag dat de ommekeer eigenlijk altijd kwam omdat ze in een verwaarloosd gebied de creativiteit de vrije loop lieten en actief conserveerden. Denk aan de wijk Céramique in Maastricht, aan de overkant van de rivier.’

Enthousiasme en de eerste vijf miljoen

Jeroen presenteerde zijn plan aan collega’s, die enthousiast reageerden. Via een raadslid kwam het plan Burgemeester en Wethouders ter ore, die opgetogen reageerden. De programmamanager Binnenstad mocht het plan samen met Jeroen uitwerken. Ze begonnen door met meer dan twintig ambtenaren van allerlei afdelingen, van erfgoed en milieu tot sociaal domein en toerisme, door het gebied te wandelen.

Jeroen: ‘Een paar weken later las ik in de krant dat de gemeente vijf miljoen euro uittrok voor de aanpak van een groene Singelrand. Mijn eerste gedachte was: ik wil wel dat wij als inwoners betrokken blijven. Ik moet dus slimme mensen verzamelen. We hadden toen net Stadslab opgericht en we vormden een team. Fons Verheijen, de architect, ging over de structuren. Michelle de Roo, landschapsarchitect, hield zich bezig met de zachte inrichting van de publieke ruimte. Geert Crielaard was de strateeg openbare ruimte. En Cor Smit was ons permanente historische geweten. Als wij dachten dat we heel innovatief bezig waren, zei Cor weer: “Dat was er in de zestiende eeuw ook al.” Ik las dat Leidenaren enorm geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van hun stad. De liefde voor de stad bindt ze samen. Ons verhaal over innovatie hebben we toen veranderd. We zeiden: we brengen wat vroeger was terug. Maar we doen het wel op een eigentijdse manier, met wat vernieuwingen.’

Erfgoedvisie: academici en arbeiders

Op de vraag welke erfgoedvisie er achter het plan zit, vertelt Jeroen dat die zich gaandeweg ontwikkelde.

Jeroen: ‘De eerste laag was dat we het verhaal over Leiden als vestingstad levend wilden maken. Daar kwam al snel nog een tweede laag bij. We gingen de Singels zelf in kaart brengen en kijken wat er eigenlijk allemaal te vinden was. En zo kwamen we op een eindeloze hoeveelheid verhalen: het ontstaan van de stad als vestingstad, als stad van industrie, als stad van de academie. Kortom, op alles wat Leiden mooi maakt, op de ziel van de stad. De Singels verbinden al die verhalen. Leiden is niet alleen een kennisstad, maar ook een industriestad. In de zeventiende eeuw was er lakenindustrie  en in de negentiende kwam er opnieuw een textielindustrie op. Er zijn de grote industriële complexen als de voormalige Meelfabriek De Sleutels en de Grofsmederij, en ook de Energiecentrale. In het Singelpark worden de kathedralen van de kennis verbonden met de kathedralen van de kunde. Leiden is groot geworden op de schouders van academici en arbeiders. Maar, en dat is de derde laag, we zeiden ook: het is meer dan een museum vol verhalen, we leven in de stad van nu. Wat ooit was, is ook onderdeel van verandering. Maar we vernieuwen met respect voor het verleden. We voegen dus een eenentwintigste-eeuws hoofdstuk toe aan dit hele erfgoedcomplex.’

Een grote autoring

Het is eigenlijk toeval dat de Singels nog intact zijn. In de jaren zestig was het idee om de Singels te dempen en er een grote autoring rond de stad van te maken. ‘Gelukkig’,  zegt Jeroen, ‘was de stad in die jaren platzak en zijn de plannen niet doorgegaan. We ontdekten hoe uniek dat was. Leiden heeft de grootste nog gave vestingstructuur van Nederland en zelfs van West-Europa. Dat hebben we in de communicatie naar het gemeentebestuur en de pers, en ook naar financiers toen steeds benadrukt. Dat je die vestingstructuur met een park lopend, rennend, varend zou kunnen beleven.’

Vijf miljoen werd 33 miljoen

Jeroen: ‘Het Singelpark is, met het water erbij, 44 hectare. Dan weet je al snel: dit gaat meer dan de vijf miljoen kosten die de gemeente aanvankelijk beschikbaar stelde. Die vijf miljoen werden al rap negen miljoen. En toen werd het veertien miljoen. Inmiddels bedragen de kosten aan gemeentezijde 30 miljoen. Maar er zit ook eindeloos veel tijd in van vrijwilligers en geld van allerhande inwonersorganisaties. We hebben nu 100 vrijwilligers onder leiding van een paar coördinatoren die elke dag een dagdeel in het park bezig zijn. Het gros van het park wordt onderhouden door vrijwilligers. Plannen, projecten en onderhoud zijn in handen van de Stichting Vrienden van het Singelpark. Ik wil dat allemaal nog eens kapitaliseren. En er was een hele club gemeenteambtenaren enthousiast mee bezig, die het geweldig vonden om met de bewoners, die nu niet eens tégen waren, maar echt vóór, een echt ambitieus plan uit te voeren.’

Bron: https://www.museumpeil.eu/singelpark-leiden-een-ring-van-groene-wallen-erfgoed-en-musea/